woensdag 12 november 2008
TED, ideeën die het waard zijn om verspreid te worden
Eerlijk gezegd ben ik zelf geen grote fan van conferenties. Conferenties zijn vaak fijne plekken om te netwerken, om vriendschappen of werkrelaties met collega's te verdiepen. Vaak zijn conferenties tegelijkertijd ook heel saai, en zijn de presentaties soms van slechte kwaliteit. Bij TED is dat nooit het geval. Bijna alle praatjes die ik heb gezien vond ik enorm inspirerend, aanzettend tot nieuwe ideeën, tot het heroverwegen van oude, en interesse opwekkend in vakgebieden die ik vaak niet eens kende.
Tot een paar jaar geleden was TED een goed bewaard geheim, want alleen de groten der aarde (denk Bill Gates, President Bush) zaten in het publiek. Tegenwoordig kun je op de website TED.com alle presentaties bekijken. Zo houdt bijvoorbeeld Juan Enriquez, de CEO van Biotechnonomy, een bedrijf dat naar sponsors zoekt voor genomicsonderzoek, een scherp praatje over de invloed van genomics op onze toekomst. Zelf vind ik onderstaande presentatie, van Sir Ken Robinson, grappig en erg goed. Het gaat over de vraag hoe het kan dat er vaak niet het beste uit mensen wordt gehaald; niet door henzelf, maar bijvoorbeeld ook niet door werkgevers. Volgens Robinson is dit te wijten aan het feit dat mensen niet worden opgeleid als creatieve denkers, maar als goede en gehoorzame werknemers. Een belangrijk aspect van creativiteit is volgens Robinson dat we fouten durven te maken. Wie geen fouten durft te maken, zal nooit met een verfrissend nieuw idee durven komen, of eens iets heel anders met zijn leven gaan doen. Dat is niet in ons voordeel, stelt Robinson. Hij pleit daarom voor het ontplooien van creativiteit, om te beginnen bij kinderen (als het te lang duurt voor je het filmpje ziet, kijk dan op de website van TED zelf en zoek naar Ken Robinson, daar laadt het filmpje heel snel).
Palin & de Parijse fruitvliegjes
donderdag 6 november 2008
Michael Crichton overleden
'(T)his is typical for the work of Michael Crichton, a Harvard graduate whose novels tend to be extremely well documented and based on extensive bibliographical research. He is surprisingly au courant with the latest developments in American (notably West-Coast) science. Jurassic Park describes “converging technologies”: mixtures of palaeontology, molecular techniques and computational biology. Due to Crichton’s thorough knowledge of these research fields, his work is not only taken seriously by “real” scientists,but also allows lay audiences to enter the otherwise impenetrable world of high-tech laboratories. He writes about gene sequencing, enzymes and computer programs in a way that experts experience as credible. In short, Jurassic Park (the novel) offers a fairly convincing picture of present-day laboratory life. But that is not all. Crichton not only manages to capture the way science is done nowadays (notably in California where he lives), but he is also remarkably in tune with the basic responses evoked by scientific innovations among the public at large. Crichton is not only au courant with major research developments in terms of methods, equipment and terminology, but he also displays an almost intuitive affinity with the basic scripts and images that structure public responses to the life sciences. His novels convey both the fascination and the apprehension evoked by cutting edge research. Therefore, besides being a novel about science, his best-seller is at the same time a novel about popular imagination. It constitutes a forum, so to speak, where both styles of thinking about and responding to new research possibilities are carefully fleshed out in a fairly convincing manner and exposed to one another' (zie website http: //www.filosofie.science.ru.nl/cv/compepistemology.pdf)
woensdag 5 november 2008
Trivia: Pre Implantatie Diagnostiek al in 1969 ter discussie?
Tekst liedje:
In the year 2525
If man is still alive
If woman can survive
They may find
In the year 3535
Ain't gonna need to tell the truth, tell no lie
Everything you think, do and say
Is in the pill you took today
In the year 4545
You ain't gonna need your teeth, won't need your eyes
You won't find a thing to chew
Nobody's gonna look at you
In the year 5555
Your arms hangin' limp at your sides
Your legs got nothin' to do
Some machine's doin' that for you
In the year 6565
You won't need no husband, won't need no wife
You'll pick your son, pick your daughter too
From the bottom of a long glass tube
In the year 7510If God's a-coming,
He oughta make it by then
Maybe He'll look around Himself and say"Guess it's time for the judgement day"
In the year 8510
God is gonna shake His mighty head
He'll either say "I'm pleased where man has been"
Or tear it down, and start again
In the year 9595
I'm kinda wonderin' if man is gonna be alive
He's taken everything this old earth can give
And he ain't put back nothing
Now it's been ten thousand years
Man has cried a billion tears
For what, he never knew
Now man's reign is through
But through eternal night
The twinkling of starlight
So very far away
dinsdag 4 november 2008
Expositie Patricia Piccinini (in Australië!)
Van woensdag 12 november tot woensdag 26 november exposeert Patricia Piccinini in Paddington, Roslyn Oxley9 Galleries. Van zaterdag 15 november tot zondag 22 februari exposeert ze weer heel ander werk in Queensland in de Queensland Art Gallery.
Joe Davis op visite bij de Waag Society
'In oktober begon bij de Waag Society in Amsterdam de 3de serie Sentient Creatures-lezingen, georganiseerd door kunstenaar Graham Smith, over kunst, wetenschap en technologie. Nieuw is dat Sentient Creatures twee gasten uitnodigt, die met elkaar in gesprek gaan. Op de 29ste oktober stonden Joe Davis en Robert Zwijnenberg centraal: beiden bewegen zich in de voorhoede van wat inmiddels Bio-Art is gaan heten, een nieuw genre dat kunst met gen-technologie combineert.
Joe Davis stuurde data van de vaginale contracties van ballerina’s de ruimte in, ving ééncelligen met een (nano-) vishengel, maakte een licht-teremin en dat is nog maar een kleine greep uit zijn projecten.
Davis is permanent artist in residence bij het MIT in Boston en kan misschien het beste omschreven worden als de kapitein Jack Sparrow van de kunstwereld. Rondstappend op zijn zelfgemaakte beenprothese (Davis verloor zijn been bij een alligator-aanvaal tijdens een vispartij) die ook fungeert als flesopener en geholpen door zijn zeer levendige fantasie is Davis doorlopend bezig met een reeks krankzinnige projecten die allemaal gemeen hebben dat ze high-tech met kunst combineren op een onverwachte, uitdagende manier.
Davis was een van de eersten die kunst met genetica combineerde en werkte intensief met de E-coli bacterie, verantwoordelijk voor de spijsvertering. Joe Davis laat zijn laatste werk zien en gaat in op zijn huidige rol als peetvader van de Bio-Art.
Ook aanwezig op de 29ste, prof.dr. Robert Zwijnenberg, die Davis 2 jaar geleden uitnodigde voor de eerste conferentie van het Centre for Arts and Genomics. Zwijnenberg gaat in op de vraag of kunstenaars die doordringen tot of meewerken aan de praktijk van de exacte wetenschap (en de kunst die ze produceren) een bijdrage kunnen leveren aan wetenschappen als sociologie, filosofie of antropologie.
Kan deze nieuwe kunstvorm de ‘zachte’ wetenschap een originele en onverwachte directe toegang tot de ‘harde’ wetenschap bieden en de menswetenschappen de kans geven vanuit hun eigen perspectief over deze onderwerpen mee te debatteren? Wat kunnen de menswetenschappen leren van de samenwerkingsverbanden tussen kunstenaars en wetenschappers? Wat verwachten de menswetenschappen van deze samenwerkingsverbanden en waarom zijn ze juist nu noodzakelijk? Deze vragen en meer komen aan bod tijdens de lezing van Zwijnenberg.'
Voor wie nieuwsgierig is naar Joe Davis: binnenkort verschijnt er een film over zijn leven! Hij werd hiervoor een aantal jaar gevolgd door een filmmaker. Een trailer is te zien op www.JoeDavisthemovie.com
Inside Out, Laboratory Ecologies. Een installatie van Jennifer Willet
In het voorjaar van 2008 was Jennifer Willet te gast bij The Arts & Genomics Centre van de Universiteit Leiden. Beeldend kunstenaar en onderzoeker Jennifer Willet haalde het laboratorium uit zijn afgeslotenheid en bracht het naar de publieke ruimte, in dit geval de tuin van het Museum voor Volkenkunde in Leiden.
Willet houdt zich met name bezig met performances en installaties die betrekking hebben op de ontwikkeling van genomics. Ze maakt zich zorgen over het ontbreken van een publiek debat over de razendsnelle ontwikkelingen binnen de hedendaagse biotechnologie. Met haar werk en met deze installatie wil ze biotechnologie 'democratiseren'.
Bacteriën, monsters en andere onderzoeksvoorwerpen bevinden zich in het laboratorium in een vacuüm. Met de installatie InsideOut doorbrak Jennifer Willet dit vacuüm open en gunde ze een breed publiek een blik in de wereld van het laboratorium. Wat gebeurt er als de steriele laboratoriumopstelling in contact komt met een natuurlijke omgeving?